Ik zie inmiddels dat ik wel een beetje een veelvrager ben....
Maar ja, ik ben nog een beetje een beginner. Hoop dat ik later ook anderen kan helpen.

In mijn zoektocht naar watertjes om te pennen, ben ik vanavond in een erg uitgestrekte polder geweest. Ik kwam op een stuk waar twee vrij grote plassen lagen (ca. 40x200mtr.) met daarom heen erg veel smalle slootjes.
De plassen zien er erg steriel uit. Kan niet veel plekken ontdekken (riet, blad, struiken, etc.) die er aantrekkelijk uit zien. De slootjes daaromheen zien er wel fraai uit met veel riet etc., maar zijn slechts ca. 2 mrt. breed. de diepte heb ik nog niet kunnen peilen.
Wel vond ik een kleine duiker waar een van de sloten de plas in komt.

De paai zal inmiddels wel achter de rug zijn. Zag vanavond ook nergens enige activiteit.

De slootjes lijken me een ideaal paaigebied.

Kun je nu in juni over het algemeen eerder vis verwachten in de grotere plassen en gebruiken ze de sloten voor de paai, of blijf je het hele jaar ook kans op karper houden in de smalle slootjes?
(weet dat het kan, maar het blijft een vreemd idee om op karper te vissen in zo'n smal slootje).

Verder lijkt het zo weinig kansrijk, als je de kilometers-lange sloten ziet en je dan bedenkt dat ik daar straks op een klein plekje zit te vissen (mobiel, maar toch...)

Welke ervaren rot kan me in de goede richting zetten?

Veel dank vast.

inderdaad maak meerdere voerplekjes in de sloten zoek aan het eind van de sloot naar de overgang in diepte zoals je vernoemde dat zede in plassen uitkomen.

voer het liefst partikels , neem voldoende afstand vanaf de kant gebruik de lengte van je hengel om zo onopvallend mogelijk te vissen.
ik bedoel hiermee dat je de lengte van je hengel uit de kant zou moeten blijven dat leverd je echt meer vis op .

succes

Nou, het antwoord komt al tijdens de eerste sessie. Dit zwemt dus in de slootjes....... . Een supersterke en gave torpedo. Vocht voor wat ie waard was!

gefeliciteerd mooie vis

Ik heb in de sloot die uitkomt op een van de plassen diverse voerplekken gemaakt (tijgernoten/hennep/tarwe/frolic (gemalen). Ik vind dat prettig omdat ik dan voor m'n gevoel meer keuze heb in het aas. Ik vis de laatste tijd altijd met een klein hairtje en vast stoppertje.
De plekken die ver van de plas lagen gaven geen aanbeet. Daar waar de sloot de plas in komt lag een duiker. Daar in de buurt begint de plas met (de enige) rietkraag. Met een tijgernoot en een maiskorreltje geen actie. Overgeschakeld op een frolic brokje. Erg lang hele voorzichtige aanbeet.
Net op het moment dat ik het zaakje op wil halen, loopt de pen heel traag opzij. Omdat ie niet echt onderging, sloeg ik wel maar een beetje onzeker. Toch prima gehaakt.

Eigenlijk ving ik de vis dus op de grens van de sloot en de plas. Mijn theorie is dat als een vis de plas opkomt, zo'n rietkraag direct beschutting en voedsel biedt. Van het voorjaar zag ik dat ook bij een fort bij ons in de buurt. Helder water, dus de karpers waren goed te zien. Ze zwommen onder een brug van de ene plas naar de andere en sloegen gelijk af naar de kant waar wat riet en waterlelies stonden. Deze plekken probeer ik nu dus ook wel op te zoeken.

Verder op de plas geen enkele activiteit gezien. Ook verder in de sloot niet.

Ik heb het wel vaker gehad bij een sloot met een vertakking. Het lijkt dat de vis wel de afslag neemt, maar niet echt ver van de "hoofdsloot" komt. In zo'n situatie probeer ik dan de "kruising" zo veel mogelijk af te vissen.